Artikel geplaatst op: 31 januari 2009 in NRC
Afshin Ellian beweert dat de heilige profeet Mohammed verdragen sloot voor een bepaalde tijd en dat hij ‘de operaties’ hervatte als hij sterk genoeg was (Opinie & Debat,17 januari). Ellian geeft hiermee in elk geval toe dat het aantal moslims groeide in vredestijd en dat voor de verspreiding van de islam geen geweld nodig was. Het gedrag waar hij de profeet van beschuldigt is echter precies tegengesteld aan de feiten. De Koran beveelt namelijk om ten tijde van oorlog elke mogelijkheid tot vrede aan te grijpen, zelfs met het risico te worden bedrogen. Zo vermeldt de Koran hierover: „En als zij tot vrede neigen, neigt u er dan ook toe en legt uw vertrouwen in Allah. Voorzeker Hij is Alhorend, Alwetend. En als zij u willen bedriegen is Allah voorzeker toereikend voor u…” (8:60,61/61,62). De profeet Mohammed wilde niets dan vrede en is tot het uiterste gegaan om oorlog te vermijden. Hij en zijn volgelingen verlieten Mekka waar de moslims werden vervolgd en vermoord vanwege hun geloof. Pas toen bleek dat de moslims ook in hun nieuwe verblijfplaats door de Mekkanen met uitroeiing werden bedreigd, kregen ze toestemming om zichzelf te verdedigen, terwijl zij nog steeds zeer zwak waren. Toen de moslims tegen alle verhoudingen in uiteindelijk toch de overhand hadden gekregen, vergaf de profeet Mohammed zijn vijanden met de historische woorden: „Vandaag rust er op jullie geen schuld.”
Ataullatief Verhagen
Bestuurslid Ahmadiyya Moslim Djamaat Nederland
“LIEFDE VOOR IEDEREEN, HAAT VOOR NIEMAND”