Bemoeienis met kledingkeuze absurd
De Kwestie – De Telegraaf
Verschenen op 9 december 2023 in de opinierubriek ‘De Kwestie’ van De Telegraaf, waarin lezers reageren op actuele maatschappelijke en politieke stellingen.
Auteur: Henna Maryam Ikhlaf
Het Europese Hof heeft besloten dat overheden het dragen van een hoofddoek door werknemers kunnen verbieden onder het mom van neutraliteit. Overheidsinstanties mogen nu zelf bepalen of ze religieuze uitingen toestaan, ongeacht of werknemers in contact komen met het publiek. Ik ben het oneens met deze uitspraak. De hoofddoek is geen symbool van religieuze partijdigheid, maar een religieus voorschrift uit de heilige boeken, een universeel kledingstuk in diverse culturen en religies, zoals het hindoeisme, jodendom, Christendom, en later in de Islam. Het bedekken van het hoofd als teken van respect komt zelfs voor in tradities zoals het dragen van hoedjes tijdens Prinsjesdag. Beperkingen op dergelijke kleding zijn niet alleen in strijd met de godsdienstvrijheid maar ook met lichamelijke autonomie en integriteit.
Diverse uitstraling
Een neutrale uitstraling is lastig te realiseren; een diverse uitstraling is praktischer. Het zichtbaar maken van iemands geloof is een teken van transparantie. Bij onzichtbare overtuigingen kunnen mensen heimelijk en makkelijker partijdig zijn. De neutraliteit van de staat vereist niet dat religieuze uitingen verboden worden in de publieke ruimte; dit is juist in strijd met gelijke behandeling van burgers. Neutraliteit vraagt om respect voor het recht van alle burgers om hun leven volgens hun persoonlijke overtuiging in te richten binnen de grenzen van de rechtsstaat.
Tijdens de Verlichting en de Franse Revolutie kwam de scheiding van kerk en staat tot stand, en ‘neutraliteit’ werd ingevoerd. Wat niet vermeld wordt, is dat de hoofddoek in Frankrijk en Europa overal zichtbaar was in het straatbeeld, in openbare gebouwen en op het werk. Het is absurd dat we ons in een democratische rechtsstaat bemoeien met de kledingkeuze en keuzevrijheid van vrouwen. De politiek en de media roepen dat vrouwen in Iran geen keuzevrijheid hebben omdat ze verplicht zijn een hoofddoek te dragen, maar ironisch genoeg wordt dezelfde keuzevrijheid van vrouwen in Europa ook ontnomen door het verbieden van hoofddoeken!
Het Internationale Hoofd van de Ahmadiyya Moslim Gemeenschap, Hazrat Mirza Masroor Ahmad, benadrukte dat neutraliteit van de overheid betekent dat er geen beperkingen mogen zijn op fundamentele religieuze gebruiken of overtuigingen, zoals kleding.
Het is de taak van de overheid en de parlementsleden, als bewakers van hun naties, om de wetgeving zodanig op te stellen dat hun burgers rechten verwerven in plaats van hen rechten te ontnemen. Religieuze uitingen in de publieke ruimte zijn wettelijk toegestaan. Artikel 9, lid 1 van het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) stelt dat iedereen recht heeft op godsdienstvrijheid, zowel in het openbaar als privé. Lid 2 stelt dat dit niet beperkt mag worden, tenzij de openbare veiligheid in ‘gevaar’ komt. Gemeenten en overheidsdiensten functioneren decennialang met werknemers die een hoofddoek dragen, zonder enig probleem!
Vooroordelen
Rechters worden beïnvloed door persoonlijke ervaringen, opvoeding en omgeving. Onbedoelde vooroordelen kunnen ontstaan door algemene maatschappelijke normen en stereotypen. Gebrek aan diversiteit in het rechterlijke systeem kan leiden tot een verhoogd risico op vooroordelen. Opleidingen over culturele competentie en diversiteitbeleid zijn cruciaal. Hoewel niet alle rechters bevooroordeeld zijn, is het erkennen van deze problemen een belangrijke stap naar een eerlijk en rechtvaardig rechtssysteem.
Geloof uiten is een teken van transparantie.
